Het brein achter de nieuwe Slachthuisbuurt is de Gentse architect Paul Vermeulen (60) van De Smet Vermeulen architecten. Samen met het Rotterdamse bureau Palmbout Urban Landscapes tekende hij het masterplan voor de nieuwe buurt uit. Hoe hij tot het uiteindelijke plan kwam en waar hij zijn inspiratie haalde om van Slachthuis een gezellige buurt naar het hart van alle Antwerpenaren te maken? Hij legt het zelf uit.
Kunt u het ontwerp voor het masterplan in grote lijnen omschrijven?
“Het masterplan voor Slachthuis is eigenlijk het ontbrekende deel van de wijk den Dam. Den Dam is vele jaren maar een halve wijk geweest. De wijk heeft een groot gat in het midden: een kleine industriële kern rond het vroegere slachthuis. Ons masterplan wil dat gat opvullen en op die manier de wijk de kans geven om opnieuw aan elkaar te groeien en één geheel te worden. Het doel van het masterplan is dus om er opnieuw een hele wijk van te maken, met nieuwe straten, pleinen en veel groen.
Welke gevolgen heeft dat gehad voor het ontwerp?
“Het ontbrekende stuk in het midden moet een voortzetting zijn van wat er al staat. We hebben daarom rekening gehouden met de bestaande ietwat volkse structuur van ruwe bouwblokken en verschillende bouwmaten. We wilden de aanblik van de buurt doortrekken en daarom hebben we een plan met verschillende bouwblokken uitgetekend.”
Welke zijn de basiselementen van uw plan?
“We hebben het masterplan opgebouwd rond twee bestaande elementen die kenmerkend zijn voor de buurt. Enerzijds de bekende slachthuishallen, die een hele geschiedenis hebben maar ook gewoon hele stevige en kenmerkende gebouwen zijn. Anderzijds heb je de levendige kern aan de Lange Lobroekstraat, met een heleboel restaurants die leefden van de nabijheid van het slachthuis, maar ook op zich een bekende plek in Antwerpen waren. Het masterplan is zo opgevat dat de bekende hallen een landmark van de buurt blijven, maar ook dat de restaurants heropleven en een levendige kern van de buurt worden.”
Een andere belangrijke pijler in het plan is meer groen voor de buurt. Klopt dat?
“Absoluut. Het inbrengen van groen heeft een grote structurerende rol gespeeld. Momenteel is er te weinig groen in de buurt. Daarom voorzien we bijna 40.000 m2 nieuwe groene publieke ruimte: parken, speelzones, wandelstraten met bomen, gebouwen met extra buitenruimte en binnenpleinen. Waar nu nog de Kalverstraat ligt, leggen we de Kalverwei aan, een centraal buurtpark met speel- en sportplekken en veel vrij invulbare ruimte voor allerhande vormen van ontmoeting. De Kalverwei wordt het hart van de wijk en krijgt verschillende groene uitlopers die door de wijk vloeien. De nieuwe woningen en nieuwe straten komen erop uit.”
“We hebben ook afgesproken dat alle woningen grote en kwalitatieve buitenruimtes moeten krijgen. Soms zitten die aan de buitenkant van de bouwblokken, maar soms ook aan de binnenkant, afhankelijk van waar de beste zonnekant is.”
Het buurtgevoel ondersteunen, dat was voor u belangrijk, nietwaar?
“Slachthuis is van oudsher een erg volkse wijk, waar mensen altijd een sterk buurtgevoel hebben gehad. Die identiteit kan opnieuw opleven, ook met de nieuwe bewoners erbij. Er komen voorzieningen voor ouderen. Er komen kleine woningen voor jonge mensen. Stuk voor stuk woningen die overal dichtbij zijn. Waar je ook zal gaan in de nieuwe buurt, overal zijn er mensen rondom je en leuke parken en pleinen om te verpozen. We willen vooral ook dat er mensen met kinderen kunnen wonen. Daar hebben we iets bijzonders voor bedacht, want de grootste woningen met twee verdiepingen hebben we op de bovenste verdiepingen ingepland, zodat je een soort van rijwoning bovenop appartementen krijgt. Zo ontstaan grotere buitenruimtes en grotere woningen en creëren we een plek waar buren met een verschillende achtergrond en een verschillende levensstijl kunnen samenwonen. Waar ze samen een wijk in de stad kunnen vormen, eigenlijk.”
“Door de nieuwe woningen, de vernieuwde sporthal, de nieuwe school, de groene ruimte en de pleinen gaat de wijk opleven. Dat is belangrijk voor de nieuwe bewoners, maar even zeer voor de mensen die er al wonen. Dat onderstreept de idee dat we de ontbrekende helft van de wijk willen bouwen. Zo krijgen we nog steeds een aparte wijk, met zijn eigen troeven die zo bekend staat in Antwerpen.”
Ter hoogte van de Lange Lobroekstraat voorziet het masterplan een groot plein. Waarom is dat zo belangrijk?
“Den Dam heeft momenteel niet echt een plein en dat voel je. Je voelt dat er in het midden iets mist. Er moet een goed plein komen, vergelijkbaar met de Dageraadplaats in Zurenborg, waar de mensen graag samenkomen. Ter hoogte van de restaurants aan de Lange Lobroekstraat komt het gezellige Lobroekplein, een langgerekt plein langs de restaurants, met ruimte voor terrassen voor de horecazaken, maar ook met een speelfontein, een sportveld en enkele speelaanleidingen. Het plein wordt omzoomd door bloemrijke lindes en sluit aan bij de Kalverwei iets verderop.”